de Evangelisch-Lutherse gemeente te Woerden in 1846, schafte de kerkenraad een orgel aan
Johannes Bätz & Comp. te Utrecht, orgelmakers van Z.M. den Koning, vervaardigde een instrument met elf registers,
verdeeld over hoofdwerk, onderpositief en aangehangen pedaal.
Uniek is dat het orgel-afgezien van herstelwerzaamheden en een hetintonatie door C.F.Witte in 1892
volledig gaaf bewaard is gebleven.
DISPOSITIE
Hoofdwerk: Prestant 8' Bouudon 8'Octaaf 4' Quint 3'Octaaf 2' Mixtuur 2-3-4st Cornet (D)4st
Onderpositief: Holpijp 8' Viola 8' Fluit 4'Gemshoorn 2'
Pedaal: Aangehangen
